Bijtelling op de schop

De overheid heeft er voor gekozen om de CO2-normen voor de bijtelling per 2016 aan te scherpen. Dit heeft ook gevolgen voor de eigenaren van elektrische auto's en semi-elektrische auto's. Net als bij de vorige wijziging van het bijtellingstarief zullen de bijtellingspercentages voor bestaande contracten gerespecteerd worden voor een looptijd van maximaal 60 maanden.

De overheid heeft er voor gekozen om de CO2-normen voor de bijtelling per 2016 aan te scherpen. Dit heeft ook gevolgen voor de eigenaren van elektrische auto's en semi-elektrische auto's. Net als bij de vorige wijziging van het bijtellingstarief zullen de bijtellingspercentages voor bestaande contracten gerespecteerd worden voor een looptijd van maximaal 60 maanden. 

Ook gebruikers van elektrische auto's gaan bijtelling betalen

Op dit moment betalen leaserijders van elektrische auto's geen bijtelling. Deze faciliteit heeft er voor gezorgd dat elektrische voertuigen de laatste jaren in populariteit zijn gestegen. Dit zal gaan veranderen. Vanaf 2016 zullen rijders van elektrische auto's 7% bijtelling gaan betalen. Voor semi-elektrische auto's gaat de bijtelling omhoog van 7% naar 14%. Brancheorganisatie BOVAG verwacht dat de markt erg verstoord zal worden door deze lastenverzwaring. De overheid zegt echter dat het de autobranche en autogebruikers wil prikkelen om zich nog meer te gaan richten op de zuinigere auto's. 

Een ander gevolg van de nieuwe regelgeving is dat er veel auto's zijn die nu nog in de 14% categorie vallen, maar in de nieuwe regelgeving naar de 20% bijtelling zullen gaan. Hierbij gaat het vooral over auto's die rijden op benzine of diesel. Veel plug-in hybride auto's zullen wel in deze categorie gaan vallen. Ook hier is BOVAG niet geheel over te spreken, omdat de hybride auto's vaak niet heel zuinig worden gebruikt door de rijders.

Het plan van staatssecretaris Wiebes is voorgelegd aan de tweede kamer. De belangenverenigingen van de autobranche hebben al aangekondigd met een tegenvoorstel te komen. Tot die tijd ziet het voorstel van de staatssecretaris er als volgt uit: